Ga naar de inhoud

Praktisch anti-racisme op 2.Dh5

Racisme bestaat niet alleen uit ‘opzettelijke, discriminerende uitingen van kwaadwillende mensen’. Racisme is een heel systeem van structurele onderdrukking en uitsluiting van mensen van kleur door witte mensen. Dat systeem houden wij, witte mensen, dagelijks in stand door vooroordelen en gedrag, zelfs als we ons daar nauwelijks bewust van zijn (en ook als we onszelf als linkse ant-racisten beschouwen!).

De 2.dH5 wil bijdragen aan meer bewustzijn over ‘onzichtbaar’ racisme en komt daarom met een aantal praktische anti-racisme tips voor (witte) facilitators en sprekers. Waarom we dit doen? Omdat wit aan zet is. Al heel lang.

Noot over de tips: het merendeel van de kijk- en leestips verwijst naar Engelstalig materiaal. Zelf vind ik dat een beetje problematisch, omdat een voorkeur voor Engelstalig materiaal klassisme in de hand kan werken. Aan de andere kant ga ik er van uit dat wij, als facilitators, sowieso vaak gebruik maken van Engelstalig materiaal om onze skills te blijven ontwikkelen en dat dat dus niet zoveel problemen zou moeten opleveren.

Noot over de tekst: deze tekst is met name bedoeld voor witte facilitators en sprekers. Daarom wordt er verschillende keren gesproken over ‘wij, witte facilitators’. Niet-witte facilitators hebben onderstaande uitleg niet nodig, omdat er al sprake is van een groter bewustzijn van de onderliggende dynamieken bij racisme. Feedback over de tekst is natuurlijk van beiden welkom.

Leestip: “OK, I Get It! Now Tell Me How to Do It!”: Why We Can’t Just Tell You How to Do Critical Multicultural Education, van RobinDiAngelo en Özlem Sensoy,

Bredere definitie van racisme

Vaak zien wij, witte mensen, racisme alleen als persoonlijke, opzettelijke uitingen van discriminatie. We hebben ook een moreel oordeel over mensen die dat doen: fout. En zolang we ons daar niet schuldig aan maken, staan we zelf ‘aan de goede kant’. Dat doelbewust racisme racisme is klopt, maar racisme is meer dan dit alleen. Racisme is een heel systeem van onderdrukking van mensen van kleur door witte mensen, niet alleen op persoonlijk niveau, maar ook op institutioneel niveau. Het probleem is dat we allemaal opgegroeid zijn binnen dit systeem en van jongs af aan onbewust ideeën en gedrag hebben verinnerlijkt die dat systeem in stand houden. Actief en praktisch anti-racisme richt zich dus niet alleen op openlijk en doelbewust racisme, maar óók op de ideeën en gedragingen die we zelf onzichtbaar meedragen. We komen al een hele stap verder als we racisme niet alleen in termen van ‘racisten – fout, wijzelf – goed’ zien, maar als we begrijpen dat we allemaal deze ideeën in onszelf meedragen en dat racisme een spectrumlijn is waarop we stappen kunnen doen om in de goede richting te bewegen.

Leestip: Are you sure you’re not racist? Jodi Picoult

Leestip: Racisme, meer dan foute ideeën

Boekentip: Alledaags racisme van Philomena Essed (ISBN 9789461644336 )

Kijktip: Racial/Ethnic Prejudice & Discrimination: Crash Course Sociology #35

Micro-agressies

Racisme kan zich uiten in openlijke racistische beledigingen of scheldwoorden, maar het uit zich eigenlijk veel vaker in bedekte termen, die kunnen klinken als een onschuldige vraag of zelfs een compliment. Uitingen die op het eerste gezicht geen racisme lijken, maar het toch zijn om dat er (onbewuste) vooroordelen of aannames onder zitten, noemen we micro-agressies. Voorbeelden hiervan zijn:

  • mensen van kleur in de rede vallen (onderliggende boodschap: ‘witte mensen hebben meer recht van spreken’)
  • vraagtekens zetten bij de ervaringen of expertise van mensen van kleur (boodschap: ‘witte mensen hebben er meer verstand van’) (hier valt dus ook onder als je als facilitator alleen materiaal van witte auteurs of videomakers als bron gebruikt)
  • mensen van kleur ‘complimenteren’ met (veronderstelde) eigenschappen, zoals ‘jullie hebben zulk mooi haar’ of ‘jullie ritmegevoel is zoveel beter’ (boodschap: ‘iemand van kleur is representatief voor de groep mensen van kleur, terwijl witte mensen zichzelf als individu zien’)
  • opmerkingen zoals ‘waar kom je eigenlijk vandaan?’ of ‘wat spreek je goed Nederlands!’ (boodschap: ‘jij hoort hier niet’)

We willen (witte) facilitators en sprekers bij de 2.dH5 aanmoedigen om zich bewust te zijn van micro-agressies tijdens workshops, of ze nu door henzelf geuit worden of door deelnemers. Het effect van micro-agressies is namelijk allesbehalve ‘micro’; ze creëren een bijzonder onveilige en onwelkome setting voor mensen van kleur.

Leestip, uitgebreide lijst met voorbeelden en de onderliggende boodschap: Tool: recognizing microagressions and the messages they send

Leestip: Wat is microagressie en waarom doet het pijn?

Kijktip: Microagressions in everyday life

Kijktip: How micro-agressions are like mosquito bites:

Kijktip: If microaggressions happened to white people:

Calling out, calling in

Als we bewust of onbewust uitingen doen die racisme in stand houden, dan kunnen we aangesproken worden op ons gedrag. Er zijn twee manieren waarop dat kan gebeuren: ‘calling out’ en ‘calling in’. Calling out gebeurt meestal op het moment zelf en dat kan dus in aanwezigheid van anderen zijn. Het doel is om te laten zien dat het een problematische uiting is èn om de uiting op dat moment te stoppen. De andere manier is calling in: meestal gebeurt dat op een later tijdstip, in een persoonlijk gesprek. Hier is het doel bewustwording, het opbouwen van inzicht en het op een constructieve manier uitnodigen om ander gedrag te laten zien.

Natuurlijk kan het in eerste instantie vervelend aanvoelen om aangesproken te worden op gedrag. Voordat je in de verdediging schiet, bedenk je dat:

  • het niet om jou persoonlijk gaat, maar om de uiting of het gedrag;
  • het moed kost om iemand aan te spreken op z’n gedrag (probeer het zelf maar eens, best lastig);
  • degene die jou aanspreekt daarmee ook laat zien dat zij vertrouwen in jou én in verandering hebben (met name bij een ‘calling in’);
  • iedereen – ook witte mensen – gebaat zijn bij meer bewustzijn en minder racisme.

Als facilitator of spreker bij een workshop kan het ook gebeuren dat we zelf getuige zijn van een microagressie. We willen (witte) facilitators en sprekers op de 2.dH5 aanmoedigen om ook op zulke momenten hun verantwoordelijkheid te nemen en iemand daarop attent te maken, hetzij door calling out (om het gedrag op dat moment te stoppen), hetzij door calling in (later, om bewustwording te creëren). In de tips hieronder vindt je info over hoe je dat op een constructieve manier kunt doen en over hoe je het beste kunt reageren als iemand jou aanspreekt op microagressies.

Kijktip: Standing up: what is calling in versus calling out?

Kijktip: How to tell someone they’re racist

Kijktip: Getting called out: How to apologize

Leestip: What does call-in mean? When call-out culture feels toxic, this method can be used instead

Leestip: Calling in, a quick guide on when and how

Leestip, speciaal voor witte facilitators: Calling in, strategies for cultivating humility and critical thinking in antiracism education, van DiAngelo en Sensoy

Witte fragiliteit

Zeker als we ons niet bewust zijn van microagressies en andere dingen die racisme in stand houden, dan kan het lastig aanvoelen als iemand op ons gedrag aanspreekt. Het kan zijn dat we het ervaren als een negatief oordeel over onszelf, in plaats van over iets wat we doen of zeggen. Het kan zijn dat we in de ‘verdediging’ schieten door het te ontkennen, te zeggen dat het niet zo bedoeld was of door het geheel te bagatelliseren. Erger nog, het kan ook gebeuren dat we in de aanval gaan door de ander van iets te beschuldigen. Ook reacties waarbij we een slachtofferpositie aannemen en daarmee alle aandacht naar onszelf trekken komen vaak voor. Al deze reacties bij elkaar worden ‘witte fragiliteit’ genoemd, een term geïntroduceerd door Robin DiAngelo.

Het probleem met witte fragiliteit is dat al die reacties als bliksemafleider werken: de aandacht wordt weggehaald bij het problematische gedrag, het gesprek (en daarmee de weg naar nieuwe inzichten) wordt geblokkeerd en (onbewust) racistische patronen worden ongemoeid gelaten.

Witte fragiliteit is een scala aan voorspelbare reacties, die we stuk voor stuk kunnen ontmantelen door te onderzoeken wat de onderliggende boodschap is en welk effect een reactie op een gesprek heeft.

Hoe meer fragiliteitsreacties we bij onszelf (h)erkennen, hoe meer we in staat zullen zijn om op een constructieve manier te reageren als we attent worden gemaakt op een bepaalde uiting of gedrag. Strategieën om witte fragiliteit te ontmantelen en constructiever te reageren zijn bijvoorbeeld:

  • ga regelmatig gesprekken aan over ras en racisme (veel van onze fragiliteit wordt veroorzaakt door ons ongemak om het over onze persoonlijke rol hierin te hebben);
  • racisme is uiteindelijk een probleem van witte mensen en de last om dit te ontmantelen hoort bij witte mensen te liggen;
  • wees bereid tot eerlijk en kritisch zelfonderzoek;
  • wees nieuwsgierig;
  • weersta de eerste impuls om in de verdediging te schieten, maar stel je reactie uit en luister met open, nieuwsgierige aandacht naar wat de ander zegt;
  • besef dat een call out of call in geen persoonlijke aanval is, maar dat het gaat over iets wat je deed of zei;
  • accepteer dat je fouten zal maken;
  • ga niet voortdurend bevestiging of waarderen zoeken bij de mensen van kleur in je persoonlijke netwerk;

Leestip: White fragility, van Robin DiAngelo (in boekvorm, ISBN 9780807047415 of in een verkort artikel)

Kijktip: Seeing white fragility

Leestip: Hallo witte mensen, van Anousha Nzume, ISBN 9789462984141

Witte stilte en witte solidariteit

Eén van de dingen die het lastig maakt om (bewust of onbewust) racistisch gedrag aan te kaarten is het gebrek aan ondersteuning van andere witte mensen die getuige waren van het incident. Veel witte mensen kiezen er in die situatie voor om zich er niet mee te bemoeien, stil te blijven of zelfs letterlijk weg te gaan (witte stilte) of om degene die op gedrag wordt aangesproken te gaan verdedigen (witte solidariteit). Beide reacties (witte stilte en witte solidariteit) werken belemmerend als je ervan uitgaat dat wit aan zet is.

Als een witte deelnemer tijdens een workshop iets zegt dat bewust of onbewust racisme in stand houdt, dan kan voor witte facilitators de neiging om dit gedrag onbesproken voorbij te laten gaan extra sterk zijn; we willen immers het incident zo snel mogelijk achter ons laten, uit angst dat het de setting of het verloop van de workshop verstoort. Maar door dit gedrag te verdoezelen of te negeren, ontlopen we onze verantwoordelijkheid om voor álle deelnemers een veilige setting te creëren. Niet reageren betekent dat we bijdragen aan de instandhouding van racistsche patronen: binnen de workshop en daarmee óók binnen de beweging en binnen de maatschappij als groter geheel.

Luistertip: White solidarity is the biggest obstacle to ending racism

Leestip: Nothing to add: a challenge to white silence in racial discussions, van Robin DiAngelo:

Tenslotte: Multiraciale facilitatieteams

Als laatste leestip willen we graag ‘Showing what we tell: facilitating antiracist education in cross-racial teams‘ aanraden. Dit artikel is specifiek geschreven voor facilitatieteams met witte en niet-witte facilitatoren en belicht een aantal dynamieken die in de samenwerking naar boven kunnen komen. Natuurlijk biedt het ook een aantal strategieën om problematische dynamieken te doorbreken.