Ga naar de inhoud

Solidariteit - Amsterdam 2024

Verslag – Anti-racisme: Verbinden van sociale bewegingen – Kansen en obstakels

Verslag van workshop Anti-racisme: Verbinden van sociale bewegingen – Kansen en obstakels

Sandew Hira, de schrijversnaam van Dew Baboeram, onafhankelijke onderzoeker, econoom en historicus bij het International Institute for Scientific Research (IISR). Hij heeft meer dan 20 boeken, waaronder de ‘Decolonizing The Mind’-serie en talloze artikelen geschreven over o.a. geschiedenis en kolonialisme.

Abulkasim Al-Jaberi, is schrijver en actief binnen de Palestina solidariteits- en de anti-racismebeweging. Zijn publicaties zijn onder andere te vinden op Joop.nl, Jadaliyya, Open Democracy, Egypt Independent en Voorbeeld Allochtoon. In het verleden werkte hij als journalist in Egypte.

———————————————————————————————————–

Sandew Hira en Abulkasim Al-Jaberi leiden de workshop in door zichzelf voor te stellen. Er wordt gecheckt of iedereen het ermee eens is dat de workshop in het Nederlands is. Daarmee gaat iedereen akkoord.

Er wordt kort teruggeblikt op het afgelopen jaar, waar tijdens de bombardementen op Gaza vooral veel allochtoon genoemde, jongeren de straat op gingen in Nederland. Deze spontane demonstraties wekten bij beide sprekers het idee dat er een kans lag tot verbreding van de Palestijnse solidariteitsbeweging en de Anti-Racisme beweging.

En dan vooral met het oog op het zichtbaar maken en veranderen van de zogenaamde ‘dominant narrative’ van de beide bewegingen.

In deze workshop zullen ze de de verschillende rollen die witte activisten en activisten van kleur spelen, proberen te duiden. Niet per se om te verdelen, maar om zichtbaar te maken dat er dieperliggende ideologische verschillen zijn, waar men vaak aan voorbij gaat.

Abulkasim zegt uit de Anti-Racisme demonstratie organisatie te zijn gestapt en in plaats van te spreken op de demo besloot hij naar een verbindingsbijeenkomst te gaan, waar hij Sandew Hira hoorde spreken. Dit was het begin van hun samenwerking en onderzoek naar de overeenkomsten in hun ervaringen in door witte mensen gedomineerde anti-racistische actiegroepen.

Kort hierna neemt Sandew het woord. Hij vertelt over zijn ‘radicalisering’ in de jaren ’70, binnen de socialistische arbeidersbeweging. Hij was Trotskist en zat bij de 4e Internationale.

Hij typeert het klassieke, socialistische verdelen van de maatschappij als ‘vrienden en vijanden’.

Het label ‘Vriend’ gold voor iedereen in de politieke, socialistische arbeidersklasse, ‘Vijand’ sloeg op de rijken, de overige bourgeoisie en de arbeider die met hun samenwerkte. Hij was zich er toen nog niet erg bewust van dat zijn waarden en normen binnen de ‘bevrijdings theologie’ van het socialisme werden gekenmerkt door wit, koloniaal verlichtingsdenken. Hij brak met de socialisten toen de Nicaraguaanse revolutie uitbrak en hij merkte dat hoewel er miljoenen mensen in de Derde Wereld socialisme aanhingen er door zijn, vooral witte, kameraden anders werd gekeken naar deze revolutie en andere ontwikkelingen in de (socialistische) Derde Wereld. Hij besloot om zich bezig te gaan houden met zoeken naar een nieuwe bevrijdingsideologie buiten het socialisme en om te breken met het koloniale denken.

In deze workshop willen ze drie thema’s behandelen, aan de hand van casussen. Dit zal uiteindelijk helaas door tijdgebrek niet haalbaar blijken.

  • Thema 1: Palestina en Eenheid
  • Thema 2: Racisme
  • Thema 3: Bestuurlijke verschillen tussen witte en zwarte activisten

Abulkasim neemt het woord. Hij zegt in de radicale bewegingen in Nederland weinig ruimte te zien voor identiteits erkenning. In BDS (Boycotts, Divestment & Sanctions) en de Free Palestine beweging wordt veel goed werk gedaan. Maar de kennisproductie die gedaan wordt is van een andere soort, namelijk één die niet vertrekt vanuit een dekoloniaal perspectief en daardoor geen antwoorden formuleert over wat de diaspora relatie is met Palestina. Dit negeert de realiteit, namelijk dat de straten vol stroomden met die diaspora vanwege een intuitieve identificatie met Palestina. De kennisproductie lijkt vooral gericht op ‘wit’ denken en concluderen. Tijdens de Gaza protesten deze zomer zag Abulkasim de straten vol Turkse en Arabische activisten die hem deden realiseren dat er zoveel kansen lagen tot verbreding van beide bewegingen.

Volgens hem hebben veel jongeren van Marokkaanse, Turkse of andere ethniciteit, een andere identificatie met, en onderkenning van, de strijd voor een vrij Palestina, dan ‘de blanke pro Palestina activist’. Dat komt doordat zij zich herkennen in de gevluchte en gevangen Palestijnen. In de onderdrukking van de Palestijnen in Palestina door Israel, herkennen zij dezelfde machtstructuren waaraan zij onderworpen worden in Nederland, volgens Abulkasim. De bijna vanzelfsprekende, bijna onzichtbare White supremacy en het kolonialisme die de voedingsbodem zijn voor racisme en discriminerend (politie) geweld.

Hij noemt het ‘vechten voor je eigen strijd’. En merkt op dat veel witte activisten zich ongemakkelijk voelden bij ‘Arabische’ demonstraties.

Jan Bervoets van het Haags Vredes Platform merkt op dat hij zich wel ongemakkelijk voelt als er leuzen als: ‘Dood aan de Joden’ wordt geroepen, maar dat het HVP zich altijd solidair verklaart met en samenwerkt met de volksbeweging in Palestina, met een federale basis. Net als de mensen in Kobane, Rojava.

De vraag wordt geopperd of de strijd voor Palestina in Europa/NL is ‘ge-ngo-niseerd’?

En Abulkasim vraagt: Is je doel de mensen hier te emanciperen, of om Palestina te bevrijden?

Begin met kijken naar de Marokkaanse/Turkse/Arabische/andere gemeenschap als die diaspora, dan wordt het allemaal een stuk duidelijker.
Als mensen over de hele wereld Moslims haten dan kan Israel makkelijker haar gang gaan met het onderdrukken van Palestijnen enerzijds en anderzijds kan Nederland makkelijker haar gang gaan met het onderdrukken van Moslims hier.

Deze twee zijn niet ‘mutually exclusive’! De doelen ‘het bevrijden van Palestina’ en ‘emanciperen van onze mensen hier’, zijn onlosmakelijjk met elkaar verbonden.

De reden voor het ‘witte’ ongemak ligt voor een groot gedeelte bij de racistische media en de invloed die deze hebben op de witte mensen. Activist of niet.

De gedachtegang: De barbaarse Moslim versus het Vrije Westen neemt hier de overhand. In hoeverre kunnen witte activisten vechten tegen het witte establishment, als ze deep down de racistische/koloniale analyse van dit witte establishment delen? Dit is niet bedoeld om witte activisten te veroordelen, maar om ze bewust te maken van inherent racisme. Het is de emotie versus institutioneel racisme.

Abulkasim Al-Jaberi en Sandew Hira betogen dat de eenheid die ze voorzien binnen hun eigen bewegingen ook vooral gericht is op de verbinding van de beleving van de diaspora, van de bruine en zwarte activisten binnen verschillende groepen. Zij zeggen dit logischer te vinden binnen een koloniale, racistische samenleving. Een voorbeeld van dezelfde beleving vinden ze in het gedicht ‘ID Card’ van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish, die zegt: ‘(sic) Ik ben een Arabier. Dit land is door mijn voorouders gecultiveerd. Mijn land is gestolen, mijn cultuur is gestolen.’

In de lyrics van het nummer ‘Africa Hot’ van HipHop groep Dead Prez ligt ruwweg dezelfde boodschap, met als oproep: (sic) ‘Claim what is your culture!’

Er is hier vrijheid van meningsuiting. Maar niet voor iedereen. Het is niet heel onlogisch om te verbreden gebaseerd op identiteit. Waar waren de witte arbeiders tijdens de protesten voor Gaza?

De basis van mobilisatie is vaak gericht op klasse. Maar waarom niet op basis van ervaringen? Gedeelde ervaringen in een racistisch klimaat?

Iemand in de groep voelt zich ongemakkelijk. Deze wilt liever niet verdelen, maar samen (wit en zwart) strijden tegen kolonialisme en racisme. En vindt het niet belangrijk wat voor kleur iemand heeft. ‘Ik wil juist samenwerken! Ik behandel iedereen als mens!’ Deze mening wordt later, in ietwat andere bewoordingen nogmaals gedeeld door een andere (ook witte) persoon.

Andere mensen in het publiek zeggen dat het ontkennen door witte mensen van de verschillende ervaringen die je als bruine of zwarte persoon helaas meemaakt, ook racisme is. En dat wit privilege niet ontkent kan worden. Daar gaat deze workshop nu net over!

Fatima Faid zegt: ‘Witte mensen moeten nu eindelijk eens ruimte moeten maken voor andere mensen. De discussie wordt nu al een kwartier gedomineerd door het ongemak van witte mensen! Ik ben pissed off. En het argument dat het iemand niks kan schelen of iemand groen of paars is kan ik ook niet meer horen zonder kwaad te worden!’

Sandew zegt dat de inzet ook is om behandeld te worden als mensen. Maar helaas, daar zijn we nog niet.

Abulkasim onderkent het ongemak. Maar dat het nodig is voor het doorbreken van de status quo, van het doorbreken van de structurele instituties die racisme in stand houden. Mensen willen graag label-loos zijn, maar dat gaat gewoon niet voor iedereen op. Ongemak is de drijfveer voor verandering. Ook of juist, het ongemak van mensen die het ‘goed bedoelen’.

Iemand in het publiek merkt op dat hij binnen veel bewegingen actief is en dat zijn identiteit als wit persoon bijna overal positieve gevolgen heeft. Hij is zich voor zover mogelijk bewust van zijn privilege.

Emancipatie is mogelijk, op basis van identiteit. Hij vindt dat een terecht idee.

Als witte mensen andere witte mensen willen veranderen en terechtwijzen op hun racistische gedrag, dan kunnen we misschien beginnen met verbinden. Sandew zegt ook: Dan zal ik naast je staan. Maar tot die tijd moet je de anti-racisme strijd zien als de emancipatie van vrouwen. Die hoort ook niet door mannen gedomineerd en gedicteerd te worden. Laten het vooral vrouwen zijn die zeggen wat seksisme is!

In de strijd tegen racisme moeten het ook de bruine en zwarte mensen zijn die vooraan staan.

Racisme is de status quo omdat die nodig is om uitbuiting mogelijk te maken. Bijvoorbeeld de oorlog in Irak.

Het ontkennen van racisme door bijvoorbeeld te zeggen: ‘we zijn allemaal mens’ is het ontkennen van de instituties die racisme instandhouden. Daar help je ze dus mee. Deze discussie is een non-discussie.

Organisatie op basis van ethniciteit en identiteit is legitiem en theoretisch en moreel te verantwoorden!

De sprekers proberen de tijd in de gaten te houden en willen door naar een volgend thema.

Thema: Eenheid

Als hypothese wordt gevraagd of Groen Links mee zou kunnen demonstreren met een demonstratie tegen de bezuinigingen?
Sommige mensen in het publiek zeggen:

‘Ja, als ze hun vlaggen maar thuis laten en ze geen podium plaats krijgen’

‘Nee, ik wil niets te maken hebben met de parlementaire politieke partijen.’

Abulkasim zegt: ‘Groen Links stemde voor de oorlog in Irak, dus zij zijn mede verantwoordelijk voor alle doden. Ik wil eigenlijk niets met ze te maken hebben.’

Hypothetisch krijg je zonder Groen Links maar 100 mensen op de been. Met de achterban van Groen Links misschien wel 100.000.
Wat is ‘breed organiseren’?

Als voorbeeld wordt nu de volgende anti-racisme demonstratie in maart aangehaald. De strategie is dat we ons tegen islamofobie richten. Want het racistische politie apparaat richt zich vooral op moslims.

Hoewel we allemaal tegen fascisme en onrecht zijn hebben we verschillende wegen. Dyab Abou JahJah zou niet worden uitgenodigd doordat hij zich homofoob zou hebben uitgelaten. GroenLinks is vanwege de Irak oorlog geen optie.

Abou JahJah verwoordt wel een stem van een generatie. Het zijn vaak de witte mensen die bepalen wat wel en wat niet kan. Zij hebben andere ervaringen en andere opvattingen.

Zoals de uitspraak van Sandew die veel stof deed opwaaien: ‘De holocaust is niet de ergste misdaad tegen de menselijkheid, maar de slavernij.’ En het maakt hem niet uit wie hem dit verbiedt te zeggen: Doorbraak! of Wilders.

En zo zou het zo maar kunnen dat Abou JahJah wél wordt uitgenodigd. Uiteindelijk kun je met 500 miljoen verschillend denkende mensen die allemaal tegen kapitalisme zijn wel effectief tegen kapitalisme strijden. Meer effectief dan met 500 gelijkdenkende.

Abulkasim zegt samen met één andere persoon (die ook in de zaal aanwezig is) als niet wit persoon in het (verder witte) comité te zitten dat de anti-racisme demonstratie in september organiseerde. Hij wil waarschuwen voor ’tokenisation’ van zwarte en bruine mensen die door witte mensen gedomineerde organisaties worden gebruikt om hun organisatie te legitimiseren. De zwarte en bruine sprekers worden door witte mensen handpicked. Daardoor komt iemand die voor frictie zorgt, waarschijnlijk niet op het podium.

Sandew zegt: ‘Kijk, als ik het met iemand oneens ben, ga ik met die persoon praten. Dan kan het goed zijn dat die persoon dan sensitiever wordt naar mij en mijn strijd toe. En zich minder kwetsend uitlaat. Ook al zijn we het nog steeds oneens.’

Er wordt bijna afgerond, de bottomline wordt nog herhaald: ‘Laat het in de strijd tegen racisme vooral zwarte en bruine mensen zijn die aan het woord zijn. En witte activisten: richt je op witte racisten en activisten en steek hand in eigen boezem door te zeggen: we hebben niet de intentie om in deze strijd de leiding te willen nemen.’

Door tijdgebrek komt lang niet alles aan bod, wat jammer is want de workshop lijkt zo nog maar een ‘scratching the surface’ functie te hebben. Maar de verdieping in dit onderwerp, dat is eigenlijk ook niet de verantwoordelijkheid van deze sprekers. Dat is aan iedereen in het publiek die zich ongemakkelijk voelt om zelf verder te onderzoeken.

 

* Dit verslag is geschreven door een autochtoon met een Turkse vader en een allochtoon met een Nederlandse moeder, volgt u het nog? 🙂 Alle verkeerde aannames, interpretaties en vooroordelen zijn voor mijn rekening.