Ga naar de inhoud

Solidariteit - Amsterdam 2024

Verslag: Workshop ‘Media en zichtbaarheid’

(Zaterdag 28 januari, plms 40 aanwezigen)
 
Deze workshop gaat in op de vraag of en in hoeverre campagnes van groepen die de bestaande orde willen veranderen aanslaan in de buitenwereld.

Hoe plaats je een issue succesvol op de agenda zodat het meer is dan slechts een kort media-event? Welk handelingsperspectief is er, hoe krijg je mensen zover dat ze gaan meedoen of zelf wat gaan organiseren? Hoe kun je communciatie positief gebruiken ondanks de overload aan overige informatie waaraan iedereen bloot staat?
(Tijdens het afsluitende plenair op zondag werd verder op dit thema ingegaan. Voor meer informatie daarover, zie de 2dh5-website)

Deze vragen worden onderzocht met behulp van een paar actuele ‘cases’. Ten eerste de Groenfront-actie in Schinveld. Wat lukte daar wel en niet qua communicatie met de lokale bevolking? De sympathie voor de aktievoerders was ongekend groot. Maar leidde dat uiteindelijk ook tot effectiever verzet? Welke kansen werden benut, welke lieten we liggen?
Een tweede ‘case’ gaat over de woningstrijd. Om het regeringsbeleid aan te klagen werden in Wassenaar een week lang een villa en een boerderij gekraakt. De krakers reageerden snel en adrem op de defensieve houding van de autoriteiten. Dat leverde veel plezier, sympathie en media-aandacht op. In Amsterdam voeren huurdersorganisatie al geruime tijd campagne. Toch lijken huurders en woningzoekenden niet massaal in actie te komen. Wat zou daar voor nodig zijn? Wat is er tot nu toe geprobeerd en wat is het effect daarvan geweest?

Kees en Kriss interviewen activisten van Groen Front, Nico van de Schinveldse actiegroep ‘Stop AWACS”, Titus en David van de actiegroep ‘Woonstrijd’, en Bastiaan van Huurdersvereniging Amsterdam.

A. Schinveld

Welke communicatiestrategie werd in Schinveld gebruikt?
 
Toen na 27 jaar van strijd het moment van de bomenkap bij Schinveld aanbrak, zocht de aktiegroep “Stop AWACS” (toen nog “Stop AWACS Overlast”) de steun van geweldloze activisten en benaderde daarvoor Groenfront. Samen organiseerden ze in Schinveld vier voorlichtingsdagen met (veganistische) soep en klimpresentaties, en werd de pers geïnformeerd. Door de jarenlange strijd tegen de overlast was er veel interesse van bewoners van Schinveld en Brunssum en van de Limburgse pers. Groenfront besteedde veel aandacht aan het langzaam opbouwen van een goede band en van persoonlijke contacten met de lokale bewoners zodat uiterlijk en leefwijze niet als probleem ervaren zouden worden. ”Krediet’ werd ook opgebouwd door de 100 decibel-aktie bij het huis van minister Dekker.
 
Doordat de (negatieve) uitspraak van de Raad van State sneller kwam dan verwacht, namelijk op 2 december 2005, raakte alles in een stroomversnelling. Zo was er te weinig tijd om na te gaan of lokale bewoners interesse hadden in het leren van klimtechnieken. In korte tijd moesten afspraken gemaakt worden over de praktische ondersteuning van de Groenfronters. De inmiddels gelegde positieve contacten tussen bevolking en aktievoerders zorgde ervoor dat “Stop AWACS Overlast” een goedlopend facilitair netwerk kon opzetten (met een overvloedige stroom van voedsel en materiaal als gevolg).
 
Daarna kwam de verhouding aktievoerders-dorpelingen ruim aan bod. Belangrijk was dat het de pers en de burgemeester niet lukte om het verzet “zwart” te maken. Dat kwam door de principiële (en praktische) geweldloze opstelling van Groenfront en de inmiddels ontstane band, maar ook omdat de bevolking de leugens zat is. Volgens Nico blijft de solidariteit en sympathie ook na de bomenkap bestaan; Groenfront zou morgen weer een aktie kunnen komen houden bij wijze van spreken. De kwaadheid en het verzet hebben vooralsnog geen betrekking op zaken anders dan de AWACS-overlast en de bomenkap. (…)
Een anecdote over de onverwacht succesvolle posteraktie in Schinveld in de aanloop naar de ontruiming geeft aan dat Groenfront in een behoefte voorzag: nadat een deel van de posters via brievenbussen verspreid werd, bleken ze de volgende morgen op de ramen van een groot aantal woonhuizen en zelfs winkels te prijken. Daarna kwam als vanzelf een grote vraag op gang naar meer posters die vervolgens overal voor de ramen van huizen werden opgehangen. (…)
Een Groenfront-activist: “Op een gegeven moment werden we zelfs een soort “knuffel-activisten”. Zo werden we vooraan in de rij gezet bij de winkelkassa als we boodschappen kwamen doen en wilde men zelfs ongevraagd voor ons betalen… Het was in zekere zin absurdistisch en het hangt, denk ik, ook samen met het thema van verzet, namelijk milieu. Een groep anti-faschisten of dierenrechtenactivisten zou écht anders ontvangen zijn.” (…)
 
De inleiders vragen welk advies te geven is, wat voor conclusie te trekken is. Een Groenfront-activist antwoordt dat belangrijk was dat er lange tijd uitgetrokken is voor voor wederzijdse gewenning, voor het opbouwen van (persoonlijke) contacten en dat die niet betrekking hadden op AWACVS-gerelateerde zaken. Je wordt niet zomaar activist, dus is het ook niet raar dat er nauwelijks Schinvelders waren die in de bomen klommen. Dat was niet alleen een kwestie van te weinig voorbereidingstijd. Daarbij zijn het vooral jongeren die tijd, zin en de mogelijkheid hebben om zich activistisch op te stellen.
 
Een andere vraag betreft het handelingsperspectief: waarom was er zo’n nadruk op klimmen als aktie?
Door tijdsdruk was er voor de mensen op de grond te weinig gepland om zich bij de ontruiming van het bosperceel te kunnen verzetten. Daarbij speelt de winter een rol (koude en gebrek aan voldoende lang daglicht), maar ook de onverwachte toeloop van dorpelingen vlak voor de ontruiming (uit solidariteit week men af van de geplande demonstratieroute). Alles ging toen heel snel en het was hectisch. Kees vraagt of er hulp was van andere groepen uit het land. Er kwamen wel groepen langs voor praktische ondersteuning, maar de contacten liepen niet via openbare oproepen. Zo legden Nijmegenaren in twee dagen tijd een aantal belangrijke touwbruggen aan, maar moesten daarna weer snel terug naar huis. (…) Wel kwamen vele activisten uit het land af op het ontruimingslaram, maar dat was vlak van te voren.
 
Contactadressen:
www.groenfront.nl
www.stopawacsoverlast.nl

B. ‘Woonstrijd Wassenaar’

Titus en David vertellen over deze kraakaktie en tonen een aantal foto’s en krantenartikels (op beeldscherm).
 
De gekraakte villa ligt in het centrum van Wassenaar en wel pal naast het huis van minister Dekker. Aan de rand van Wassenaar werd een oude boerderij gekraakt. De aktie beoogde verschillende problemen van het huisvestingsbeleid aan te kaarten, en te laten zien wat de kraakbeweging te bieden heeft.
 
De (lokale) media hadden in eerste instantie veel sympathie met Dekker. De zaak kreeg landelijke aandacht doordat de burgemeester olie op het vuur gooide door eigenaren van lege panden aan te sporen deze dicht te spijkeren om kraken te voorkomen. Vanaf dat moment hielden de krakers het initiatief door steeds met gepaste, nieuwe akties op de proppen te komen.
Zo was er de “buurt-inspectie” die leidde tot een belachelijk politieoptreden (overmacht aan uniformen en onnodige ID-controles). De buurt-inspectie bevestigde dat rijke buurten anders behandeld worden dan arme. Conclusie: er is een noodzaak tot betaalbaar wonen. Vervolgens lanceerden de krakers een persiflage-aktie door een stuk grond af te zetten en een bord te plaatsen met de tekst “Hier worden 16 sociale woningen gerealiseerd.” En in het dorp verschenen affiches op de muren met teksten als: “Fast Good: woning in úw belang”, “Hun woningnood, onze zorg” en “Heerlijk Helder Huisvesten.” Er was enige toeloop naar de villa en haar krakers vanuit het dorp. De opknapbeurt om de boerderij leefbaar te maken riep op haar beurt de sympathie op van boswandelaars en uiteindelijk zelfs van de eigenaresse. Een week lang was het een circus-achtige vertoning in Wassenaar, aldus David.
 
De akties en de manier van optreden door de aktievoerders zorgden voor een steeds meer positieve pers. Belangrijk was dat de pers steeds van te voren op de hoogte gesteld werd van de voorgenomen akties.
 
Mogelijk vanwege de inmiddels overdadige media-aandacht liet Dekker zich overhalen om – onder begeleiding van “veiligheidsmensen” – in te gaan op een uitnodiging voor een discussie over het volkshuisvestingsbeleid in de villatuin. In het bijzijn van persmensen werd een lange en felle inhoudelijke diskussie gevoerd, waarbij zij gekonfronteerd werd met schrijnende voorbeelden van haar falende beleid (voorbeeld: op straat gezette gezinnen die in wanhoop bij kraakspreekuren langskomen voor hulp).
 
De groep die de woonaktie opzette was niet groot en dat was ook niet nodig volgens Titus. De manier van werken nodigde uit tot meedoen en ondersteuning zodat uiteindelijk zo’n 30 mensen actief waren in Wassenaar. Belangrijk was dat lange vergaderingen vermeden werden en dat er veel praktische zaken waren waaraan mensen mee konden doen of die ze zelf konden oppakken (zoals voorbereiding van akties, koken, verbouwen, perscontacten).
 
Contactadres:
www.woonstrijd.org

C. “Stop Dekker”-huurdersakties

Bastiaan van Huurdersvereniging Amsterdam (stedelijke koepel van huurdersorganisaties in Amsterdam) vertelt over de akties van de afgelopen paar jaar tegen het huurbeleid van minister Dekker. Dekker wil voor een deel van het (sociale) woningenbestand het mechanisme van de “maximale huurprijs” afschaffen. Daarmee is voor die woningen het “puntenstelsel” niet meer geldig en komt de huurbescherming onder druk te staan. Misschien als volgt: Theoretisch zijn de huurliberaliseringsplannen zeer geschikt als kapstok voor akties die het gehele huur- en huisvestingsbeleid van de regering blootlegt.
 
In 2004 hielden de afzonderlijke huurcommittees een succesvolle protestkaartenaktie tegen de liberaliseringsplannen. Het handelingsperspectief sloot aan bij het feit dat eenderde van het huurdersbestand bestaat uit 65+-ers. Voor hen is het niet goed mogelijk mee te doen aan andere aktievormen. In 2005 werden “Stop Dekker”-posters verspreid. Ze vonden vooral in Amsterdam aftrek, elders was het geen succes. Dat jaar kwam er ook een Huurderskrant Special uit in Amsterdam met daarin een formulier voor bezwaar tegen de WOZ-belasting. In de nieuwe plannen zullen de punten voor woonomgeving en woningtype namelijk bepaald worden door de marktwaarde, Daarmee stijgt de huurprijs met ruim 1 procent. Zo wordt de scheiding tussen arm en rijk groter. Een andere aktie was de oproep aan huurders om bij Dekker aan te geven wat de huursverhoging voor hen persoonlijk betekent (zoals te weinig geld over voor andere levensbehoeften of moeten verhuizen naar andere buurt). Op dit moment circuleert er een nieuwe poster “Huurders niet vogelvrij!”, met een oproep voor een landelijke demonstratie op 8 april voor het betaalbaar houden van de huren (13 tot 15 uur vanaf de Dam, Amsterdam).
 
Kees vraagt hoe het volgens hem komt dat de plannen die vele duizenden mensen aangaat niet leidt tot massale demonstraties. Er waren wel een paar grote manifestaties van onvrede zoals op een bijeenkomst in de RAI in 2004 waar 2000 aanwezigen Dekker en haar beleid uitjouwden en er was een demonstratie van 1000 mensen op het Plein in Den Haag. Maar het lukt inderdaad meestal niet om mensen de straat op te krijgen. De meeste huurders zijn nog onwennig als het gaat om aktievoeren. Daarom kozen de huurdersorganisaties voor andersoortige akties (zie boven).
 
Volgens Kees en Kriss leiden deze aktievormen er niet (goed) toe dat het probleem van betaalbaar wonen benaderd wordt als collectieve kwestie. Je ziet niet dat je medestander naast je woont. Daarnaast wil de regering uiteindelijk 25% van het huurwoningenbestand op de “vrije” markt brengen, waardoor de nadruk gelegd wordt op het zoeken van “individuele oplossingen” (de mogelijkheid van financiering van koopwoningen middels hypotheekrenteaftrek). Volgens Bastiaan komt dat omdat het individuele belang de startpositie is van vele huurders en dat het de aktievoerders zijn die er een collectieve basis aan willen geven (bijvoorbeeld door te wijzen op het gevaar van ghetto-vorming). Er ontstaat een diskussie over enerzijds het belang van een scheppen van een kader voor de verschillende problemen op de woningmarkt en hun onderlinge verbondenheid, en anderzijds de praktijk waarbij inviduele huurders zich gedwongen voelen te kiezen voor oplossingen die de collectieve huurderspositie indirekt ondergraaft. Het overheidsbeleid en de marktontwikkelingen laten nauwelijks ruimte voor het formuleren en uitwerken van alternatieven.
 
Kriss vraagt of er een synergie mogelijk is tussen krakers en huurders. Bastiaan ziet de belangrijkste overeenkomst tussen beide in het zoeken van betaalbare woonruimte. Toch gaat het om twee afzonderlijke werelden en het meestal ook over twee verschillende generaties…
Vroeger werd er door overleg via het poldermodel nog wel eens wat binnengesleept, maar na de “brutering” van 1994 zijn de woningbouwverenigingen minder stuurbaar. [Bij deze brutering werden de wederzijdse financiële verplichtingen tussen overheid en woningbouwverenigingen vereffend in ruil voor een zekere verzelfstandiging en een andere wijze van toezicht]. Het aantal sociale woningen is daardoor drastisch teruggelopen en op een gegeven moment “verstopte” ook de huurmarkt (door minder “doorstroming” van huurders naar duurdere woningen). Ondertussen doen de woningbouwverenigingen er alles aan om de waarde van hun bezit te laten stijgen. Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat de woningbouwverenigingen wachten op Europese wetgeving die overnames en schaalvergroting mogelijk maakt. Net als in de UK zal dan ook in Nederland de sociale sector nagenoeg uitgekleed worden (want “niet- renadabel”). De vraag is of het (dan) wettelijk mogelijk is om cooperatieven te stichten die woningen opkoopt en verhuurt onder zijn leden (op de manier zoals de woningbouwvernigingen ooit begonnen aan het begin van de 19e eeuw). Bastiaan moet het antwoord schuldig blijven (ingewikkelde kwestie).
 
Daarna is er vanuit de zaal de suggestie aan de huurdersorganisaties om leegstand te melden aan krakers en om zomogelijk mensen door te verwijzen naar kraakspreekuren. Verder wordt de kwestie van positie en rechten van vluchtelingen aan de orde gesteld. En gaat het over de toepassing van direkte aktie in wijken om bijvoorbeeld sloop van woningen tegen te houden. Bastiaan denkt in dat verband dat een langetermijn-planning er toe kan leiden dat een aktie “een verhaal” wordt zoals in Schinveld.
Gevraagd wordt hoe je de op ons afkomende dreiging zichtbaar maakt. Is het zinnig om een gezamenlijke aktiedag te organiseren? Zal dat lokaal of landelijk aanslaan? Volgens Bastiaan hebben linkse politieke partijen nauwelijks wat gedaan om de campagne tegen Dekker’s beleid te helpen, hoewel ze wel op de befaamde gele poster staan. Alleen Amsterdamse politieke partijen steunden de huurderakties. Daarbuiten staan huurdersorganisaties er min of meer alleen voor. Maar wellicht is de demonstratie van 8 april een mooie nieuwe kapstok?
 
Contactadressen:
www.steunpuntwonen.nl/asw/
www.stopdekker.nl